Een hefboom is eigenlijk het natuurkundige woord voor "speciale wip": een om een as of steunpunt draaibaar lichaam. 'De wip' is in evenwicht als de kracht (het moment) op beide uiteinden van de wip gelijk zijn. Er kan met een hefboom van een kleine kracht, een grote gemaakt worden. Dit wordt toegepast in heel veel verschillende werktuigen, zoals tang, notenkraker, schaar, enz.
Hefboomwerking
Door de hefboomwerking is het mogelijk met een kleine inspanning, een grote kracht uit te oefenen. Door de hefboomwerking is het mogelijk met een kleine kracht, die aangrijpt ver van het draaipunt (zie tekening), een grote kracht uit te oefenen dicht bij het draaipunt.
Bij elke hefboom kun je steeds drie punten herkennen: - krachtpunt = de plek waar je duwt of trekt - lastpunt = het deel dat je in beweging wenst te zetten - draaipunt
Deze drie punten kun je wisselen van plaats!
Hefboomprincipe
Last = het op te tillen gewicht.
Lastarm= de afstand van de last tot het scharnierpunt
Kracht= kracht die nodig is om de last te tillen
Krachtarm= afstand van de kracht tot het steunpunt
Wat kan men doen met een hefboom?
De bewegingsrichting veranderen. Dit is mogelijk wanneer het draaipunt zich tussen het lastpunt en het krachtpunt bevindt. Wanneer bij deze wip het ene kind naar beneden gaat, dan gaat het ander kind omhoog.
De beweging vergroten of verkleinen. Wil je de beweging vergroten, maak dan de afstand lastpunt - draaipunt groter dan de afstand draaipunt - krachtpunt. Nu kun je met een kleine beweging, deze lange slagboom helemaal omhoog brengen.
De kracht vergroten of verkleinen. Wil je ergens een grote kracht uitoefenen? Maak dan de afstand tussen krachtpunt en draaipunt groter. De uitwerking van de kracht wordt groter naarmate de krachtarm langer wordt. Met de sleutel met de lange steel, kunnen we het gemakkelijkst een moer losdraaien.