Een heel mooi voorbeeld is onze fietsketting. We trappen op de pedalen, en daardoor brengen we een kracht op het voorste tandwiel. Deze kracht wordt met een ketting overgebracht op het achterste tandwiel. Aan dit tandwiel is het eigenlijke fietswiel vast, waardoor het nu begint te draaien en onze fiets vooruit gaat.
Het kettingwiel dat de kracht aanbrengt noemen we het aandrijfwiel. Het kettingwiel dat de kracht ontvangt noemen we het aangedreven wiel.
De grootte van de wielen bepalen de snelheid!
Meestal heeft een fiets meerdere kettingwielen van verschillende groottes. Om een berg op te rijden gebruik je achteraan een groot kettingwiel.
Wanneer krachten met een kettingwiel overgebracht worden van het ene onderdeel naar het andere is de diameter ervan zeer belangrijk:
Het grootste kettingwiel draait met de kleinste snelheid. Het kleinste kettingwiel draait met de grootste snelheid.